Hoewel thuiswerken in het begin van de coronacrisis juist erg lastig was (lees: mensen moesten leren omgaan met eigen tijd, online meetings en veel meer zelfsturend worden), is thuiswerken inmiddels uitgegroeid tot de standaard. En naar kantoor gaan, is net even een drempel te hoog. Hoe komt dat?

De grootste reden is tijd. Werknemers hebben weinig tot geen reistijd meer, zijn meteen thuis wanneer ze klaar zijn en hebben daardoor tijd over voor andere dingen. Toch willen werkgevers graag dat werknemers naar het werk komen, maar waarom precies? Want als je team productiever en geïnspireerder is aan de keukentafel of thuiskantoor dan aan het bureau op kantoor, is dat toch juist een positieve ontwikkeling?

Vertrouwen

Het zit 'm waarschijnlijk bij de controle en het vertrouwen. De angst dat iemand zijn werk helemaal niet doet, of deels. Een werkgever kan namelijk niet even om het hoekje kijken om te checken of alles volgens de planning gaat. Dit stukje loslaten is cruciaal, want zodra een werknemer zich bekneld voelt in zijn vrijheid, gaat hij ongetwijfeld om zich heen kijken.

Hoe voorkom je wrijving tussen werkgever en werknemer?

• Blijf communiceren: vraag naar elkaars verwachtingen, wensen en mogelijkheden. Vaak is er veel meer mogelijk dan je vooraf denkt, maar wordt het niet uitgesproken;
• Zorg voor inzicht: door online tools zoals Asana of Favro te gebruiken, houd je inzicht in wie wat doet. Dit voorkomt twijfels of wantrouwen;
• Spreek vaste kantoordagen af; kom bijvoorbeeld 25 tot 50 procent van de tijd op kantoor en werk de rest thuis. Door vaste dagen af te spreken weet iedereen waar hij/zij aan toe is. Ook handig voor als er meetings worden ingepland;
• Vraag je werkgever wat er op dit moment aan werkgeluk wordt gedaan. Je werkgever meet dit namelijk gemakkelijk met een gepersonaliseerde vragenlijst: wekelijks, maandelijks of (half)jaarlijks. Benieuwd naar alle mogelijkheden? Neem dan contact met ons op.